Eiger-avontuur van Mary-Lou

Eiger Ultra Trail 101 km werd 62 km...

Voor mij zijn de bergen magisch, prachtig, rustgevend en heerlijk om in rond te dolen. Zodra ik in de bergen ben daalt er een bijzondere rust over me heen. De Eiger trail stond al een tijdje op mijn verlanglijstje…. de 101 km leek mij een uitdagende keuze waar ik graag mijn tanden in zou zetten. Dus eind november 2018 schreef ik me in. Onmogelijk, gekkenwerk, onverantwoord, bizar, ik heb van alles naar mijn hoofd geslingerd gekregen het afgelopen jaar. Natuurlijk twijfel ik, ben ik bang voor wat gaat komen en als ik denk aan meer dan 24 uur achter elkaar rennen, beginnen in de nacht, dan de hele dag en vervolgens een hele nacht door rennen, dan kan ik alleen maar met ontzag denken: hoe ga ik dat doen?

Een diep verlangen heeft zich al lang binnen in mij geworteld, een verlangen om te ontdekken en de reis aan te gaan. De reis van meer dan een half jaar, met trainen zowel lichamelijk als mentaal. Een lange ontdekkingstocht, een reis met als slot de finale in Zwitserland. Natuurlijk twijfel ik, kan ik dat, gaat het me lukken? Geen idee. Ik weet wel dat ik het avontuur heel graag aan ga.

En ach, als er nooit iemand had geprobeerd te vliegen dan hadden was het ook nooit gelukt op de maan te landen. Je krijgt meer spijt van de dingen die je niet hebt gedaan dan van wat je probeert en niet lukt. Dus hop hop, ik ga er voor.

In mijn kerstvakantie zijn we in Normandië.  Daar begin ik alvast met wat langere afstanden, lekker trailen over de akkers, verlaten kustpaadjes en over het strand.

In de dagen rondom oud en nieuw ga ik aan de slag met het maken van mijn trainingsschema.  Ik wik en weeg, hoe pak je dat aan trainen voor een bergtrail van 101 km? Vraag het 5 verschillende mensen en je krijgt 5 verschillende antwoorden. Ik nam mijn schema voor de Dolomieten-trail van 47 km als basis. Uitgangspunt was om nog beter te leren klimmen en stijgen. Het vorig jaar ging dat al aardig, ik merkte echter dat ik nog wel wat sterker kon worden. Dus in ieder geval aan de slag met gerichte krachttraining. Bij de lokale CrossFit school liet ik een persoonlijk trainingsschema maken, 2 keer per week 1 tot 1,5 uur afmattende kracht-  en core-oefeningen.

Het volgende onderdeel in mijn schema was hoogtemeters. Hoogtemeters maken in lange duurlopen die specifiek zijn voor de race (voor zover dat kan als je in Nederland woont). Dus Ardennen, Harz, etc. In mei gaan Margreet en ik een week naar Mallorca, om daar samen de GR221 te rennen. Dat past ook mooi in het schema. Het gaat niet om de kilometers maar om de hoogtemeters en het aantal uren dat je onderweg bent. In de komende maanden minstens een aantal keer 10 uur onderweg zijn. Zo leer ik omgaan met vermoeidheid en dan toch nog blijven rennen. Wat ook goed werkt is een aantal dagen achter elkaar trainen en dan wat minder lang per keer. Dus vrijdag 6 uur, zaterdag 6 uur en zondag 5 uur. Het is minder belastend maar net zo effectief. 

 Ik train 5 keer per week, 2 keer kracht en 3 keer hardlopen. Ik vraag Margreet of ze met me mee wil naar de race om mij daar te ondersteunen. Dat wilde ze en we beleven samen mooie maanden. Eerst samen trainen voor Mallorca, 145 km en 6500 hoogtemeters. Daarna door naar de Eiger. De maanden vliegen voorbij en voordat ik het weet zijn we onderweg naar Zwitserland.

 Op 20 juli 2019 is het dan eindelijk zo ver. Na ruim 7 maanden trainen sta ik klaar voor mijn grootste race ooit. De Eiger Ultra Trail in Grindelwald, Zwitserland. 101 km en 6700 hoogtemeters door ruig terrein. De tijdslimiet is 26 uur.

Start 4.00 bij volle maan, ik voel me fit en het gaat lekker.

Bij de eerste verzorgingspost ben ik 25 min voor de cutoff-tijd weg. Ik pak snel wat drinken en eten waarna ik weer vertrek. We hebben er dan 9 km en ruim 1000 hoogtemeters opzitten, en dat in 2 uur tijd. Ik voel me sterk en ga vol goede moed door. We gaan verder door omhoog naar First en dan direct weer naar beneden richting Bort. Wat een afdaling... Steil naar beneden via een kronkelig asfaltweggetje op hoop van zegen.

Ook post 2 bereik ik goed, een half uur voor tijd. Een sanitaire stop, drinkzak bijvullen voor de klim van 700 m die ons terug voert naar First.

Daar begint het afzien maar ook dit gaat goed. Ik klim gestaag en zonder stoppen op een tempo dat ik lang kan volhouden.

Boven bij First staat Margreet me op te wachten. Ik ben blij haar te zien! Nu 45 minuten voor cutoff-tijd, ik hoopte langzaam wat in te lopen en dat lijkt te lukken. Ondertussen zet ik mijn stokken neer en vul mijn softflasks bij met voeding en water, drink een kopje bouillon, pak snel wat eten en ga weer door. Oh nee, ik vergeet mijn stokken, terug! Margreet loopt een stukje met me mee en ik ben al weer onderweg. Inmiddels zit er 23 km op en 2000 hoogtemeters. Ik voel me oké, al merk ik dat het wat lastiger gaat.

Door naar Feld, daar kom ik lopers van onze groep tegen en andere bekenden, gezellig ! Ik gun mezelf geen tijd om te stoppen, dus eten, drinken en door. Stoppen doe ik pas bij de grote post op 53 km is mijn plan. Nu vooral geen tijd verliezen en zoveel mogelijk voor de cutoff tijden blijven, zodat we op het 53km punt tijd hebben voor pasta, even rust en ik me  kan opmaken voor het 2e deel en de nacht. Later blijkt dat het anders loopt dan gepland, maar hé, ultra lopen is nu eenmaal omgaan met veranderingen, daarop inspelen.

Dus hup hup geen getreuzel en door, de lastige klim naar Faulhorn, het hoogste punt op bijna 2700 meter. Ondertussen pijn in mijn maag, misselijk en draaierig. Wat is het warm, ik drink zoveel ik kan maar het lijkt niet genoeg te zijn. Ik zweet harder dan ik drinken kan. Rustig voetje voor voetje klim ik naar de top van Faulhorn waar ik 45 min voor tijd aankom.

File... File? Ja file voor de waterpost. Je mag hier alleen je beker vullen en verder niet omdat dit punt alleen per helicopter bevoorraad kan worden.

Nou mij niet gezien.. ik heb beneden mijn drinkzak van 1,5 liter en beide softflasks gevuld en heb meer dan genoeg om door te gaan. Ik sprint langs de rij naar het toilet. Daarna door. Mijn gevoel is dat het moet lukken om op tijd beneden te zijn voor een rustpauze waarna ik de nacht in kan. Inmiddels ben ik wel moe en vecht ik tegen uitdroging. Ik moet stukjes wandelen, ook door het technische parcours, sneeuwvelden met steile stukken, geultjes in de sneeuw waardoor je naar beneden moet roetsjen. Best eng maar ik stuntel me er door heen. Stukjes dribbelen, door en door. Bij de volgende post ga ik even zitten in ‘t gras, zo duizelig.. ik neem wat suiker en drinken. Opeens hoor ik naast me hee Mary-Lou gaat ‘t? Daar staat Tanya, ik ben blij haar te zien. Ondertussen sluit Mieke ook aan. De hele dag lopen we al in de buurt van elkaar, we wisselen van kop, steeds komen we elkaar tegen. Ik ben sneller in klimmen, de anderen sterker op het rechte stuk of met dalen. Gemiddeld zijn we even snel. Ik krabbel op en samen gaan we verder.

Vol goede moed en saamhorig dalen we af. Bij VP Swand weer 45 min over, dat gaat goed. Maar dan... de brute afdaling door het bos, ik kan geen boomwortels meer zien … Steil, steiler, steilst, afgronden naast heel smalle paadjes en niet normaal te rennen. We verliezen onze speling en krijgen een flinke mentale dreun te incasseren. Daar gaat onze rustpauze met warme pasta maaltijd en droge, schone kleren. Slechts 10 minuten voor cutoff komen we aan op 53 km.

Tijdens de laatste kilometers kwam het besef bij mij dat de Eiger 101 finishen er niet in zat. Natuurlijk had ik door kunnen gaan, niet stoppen en even heel snel eten en een droog shirt aan. Dat heb ik overwogen, ik wilde niet opgeven, hier had ik zo hard voor getraind, twee keer per week krachttraining, hoogtemeters maken, Ardennen, Harz, Mallorca, kortom bloed zweet en tranen…

Het moet toch lukken? Ik wist echter ook dat daarna een klim van 1800 hoogtemeters kwam. Gedurende 13 km lang 1800 meter stijgen terwijl ik al moe was en daarna de nacht in moeten.

Bovendien was zeer de vraag of ik de volgende cutoff zou halen. Uiteindelijk besloot ik vanuit deze post de 101 km op te geven, dus door naar de finish.

Laatste stuk gewandeld, balen maar ook berusting. Met ons drieën, gedeelde smart is halve smart. Trots op mezelf en de andere dames, gevochten en gestreden en op naar de finish om dan tenminste nog de medaille van de 51 km op te halen. We vertrekken voor de laatste 7 km door het dal terug naar Grindelwald. We wandelen.

In Grindelwald zien we iemand in ‘t gras liggen, is hij dood? Pfft nee dat gelukkig niet. Wel oververhit en uitgedroogd. Hij heeft zijn maag geleegd en kan niet op zijn benen staan. We lappen hem een beetje op, zitten daar 10 minuten. Mieke ontpopt zich tot een strenge zuster, geeft hem sportdrank om zijn zouten en suikers aan te vullen. Hij wil niet drinken maar moet, we doen zijn reddingsdeken om hem heen om hem te koelen. Ik vraag hem of hij wil finishen, hij kan weer staan en we beloven hem naar de finish te loodsen. We houden hem in de gaten, het gaat langzaam op naar de finish. Daar finishen we arm in arm met onze Franse vriend. Ik tik af op 62 km en ruim 5300 hm.

Wat een tocht, wat een belevenis. Trots en een kleine kater gaan samen op. Nu uitrusten en alles laten landen.

Mary-Lou